Vakantie 1998

8 oktober


    Introduktie    
inleiding    
    Dag 1    
Enschede - York    
    Dag 2    
York - Kirby Lonsdale    
    Dag 3    
Kirby Lonsdale - Broughton-in-Furness    
    Dag 4    
Lake district    
    Dag 5    
Broughton-in-Furness - Carlisle    
    Dag 6    
Carlisle - Leeming Bar    
    Dag 7    
James Herriot Land    
    Dag 8    
Leeming Bar - Rosedale Abbey    
    Dag 9    
The Yorkshire Moors    
    Dag 10    
Rosedale Abbey - Rotterdam    
Peter:

Onderweg naar ...

's morgens weer lekker ontbeten met de bekende ingredienten. Even met de hostess van het hotel overlegd en aan gegeven dat we naar Keswick willen. Dat vond ze een goed idee, maar dan moesten we ook Honister Pass eens proberen...
Wij dus vol goede moed op pad. En moed hebben we wel nodig gehad die dag. Het begon al goed met de keuze van de A593. Er zaten een paar mooie steile stukken in de weg, maar ook veel mooie vergezichten. Via Torver en Ambleside naar de A591. Dat schiet gelijk lekker op. Op de smalle weggetjes lijkt namelijk zelfs 50 kilometer per uur erg snel.

Keswick

In Keswick aangekomen was het even zoeken naar een goede parkeerplaats om de Teapottery te bekijken. Ik vond die zelfs eerder dan de parkeerplaats, maar gelukkig was de parkeerplaats er vlak naast. Dus: auto parkeren en naar binnen gaan. In de pottery zelf waren drie mensen aan het werk. Eentje was potten uit vormen aan het halen en twee andere waren de randjes aan het afwerken. Ook maar even boven in de winkel kijken: We keken onze ogen uit. De meest vreemde theepotten waren hier te koop. Er was bijvoorbeeld een badkamerserie met een cowboy in bad, een grote radiator, een toiletpot en het laatste (1998) model: een bijna naakte vrouw in bad. Daarnaast waren er verschillende soorten met meubelen en andere gebruiksgoederen. We konden in het begin eigenlijk niet kiezen, maar indachtig ons ontbijt hier en de lunches thuis kozen we een kleine toaster.
Het was ondertussen weer lekker warm geworden, dus een wandeling door het dorp was een goed idee. Ondanks dat Pauline eigenlijk niet naar het potloodmuseum wou, kwamen we daar heel toevallig wel bij uit. Tja, dat bepaalt onze vakantie toch vaak; toevallige interessante plekjes en goed weer.
Hier in Keswick is trouwens ook het potlood uitgevonden. Dat kwam goed tot uitdrukking in de getoonde geschiedenis. Nog steeds is hier een van de grootste potloodfabrieken waar met dezelfde kleurmengsels van 50 jaar geleden nog steeds diezelfde kleuren en hardheden worden gemaakt.
Maar het werd weer tijd om naar de auto te gaan. De parkeertijd was bijna om, maar er was nog genoeg tijd om even een lekker ijsje te pakken. Zittend achterin de auto hebben we hiervan genoten voor we terug zouden gaan naar het hotel.

Honister Pass

Al is de weg door Honister Pass eigenlijk een grote U, het zag er op de kaart in ieder geval goed uit. Maar in het echt was het nog veel mooier. Via steile wegen (paden eigenlijk) klommen we steeds hoger. Sommige stukken waren tot 30% steil. Als je dan langzamer moet gaan of zelfs moet stoppen voor een tegenligger is het lastig om weer op gang te komen. Het is niet voor niets dat er aan het begin van de weg staat "no caravans" en dat er dan een keerpunt is voor "lafaards". Of natuurlijk voor de "moedigen" die de hele route hebben gevolgd en weer terug willen. Eigenlijk zijn de indrukken niet met woorden te beschrijven. Wil je weten hoe het was: ga dan zelf.
We hebben vlak voor het hoogste punt een lunchpauze ingelast om van het uitzicht en de rust te genieten. Je hoorde alleen het zachte kabbelen van het beekje dat door de "vlakte" stroomde. Tot we opgeschrikt werden door een afschuwelijk lawaai. Vlak boven onze hoofden waren twee straaljagers verschenen. Ze waren over de berg gekomen en ze waren eerder niet te horen geweest. We hoorden ze daarna nog wel 5 a 10 minuten terwijl ze verder vlogen over de lager gelegen bergen en dalen.
Kort hierna gingen we weer verder en dus ook weer naar beneden tot de afslag naar Loweswater waar we de smalle route naar Lamplugh namen. Ook hier weer fantastische uitzichten en veel tegenliggers. Gelukkig waren er weer voldoende uitwijkplaatsen, maar de auto had niet veel breder moeten zijn...
Toen we bij de A5086 aankwamen, stopten we even om het vervolg van de route te bepalen. Bijna gelijk werd er op de autoraam geklopt. Een aardige man wou vragen of we verdwaald waren, maar toen we hem vertelden dat we dat (nu) niet (meer) waren, omdat we de borden met het wegnummer zagen. We vertelden wel waar ons hotel was en hij raadde ons aan om niet de A-route te volgen, maar de eerste weg links te nemen naar Ennerdale Bridge en vlak daarna de "Cold Fell" (Koude berg, het plaatselijk dialect bevat veel viking-woorden) te volgen richting Calderbridge. We zouden hier zelfs nog een druide-cirkel vinden. Die hebben we ook gevonden, maar ook weer heel veel mooie vergezichten en afschrikwekkend veel tegenliggers. Het leek er op dat dit een favoriete sluiproute is voor forensen vanuit Sellafield. Maar we hebben de A595 zonder problemen gehaald.

Stoneside Hill

Via de A595 gingen we weer verder naar het zuiden. Millom stond er op de borden, maar dat vonden we toch wel een grote omweg. Zeker omdat ik van het vele remmen en gasgeven krampverschijnselen begon te krijgen. Al was het rijden op de A-weg wel lekker.
De keuze viel dit keer op de Stoneside Hill in de hoop dat daar niet veel tegenliggers zouden zijn. Dat was gelukkig niet het geval voor onze kleine kolone van drie auto's. De eerste stopte op een gegeven moment bij een leuke kleine brug en we gingen met z'n tweeen verder. Ik als tweede, maar de voorligger reed hier heel wat vaker, dat kon je aan zijn snelheid wel merken. In mijn pogingen om hem bij te houden merkte ik dat de weg niet zo'n mooie vlakke Nederlandse weg is. Af en toe leken de bochten zelfs de verkeerde kant op te hellen! Ik heb het bijhouden dan maar opgegeven en ben mijn eigen tempo aan gaan houden. Nu hadden we eindelijk echt de zonnebrillen nodig. In de meeste gevallen bleek tot nu de zonneklep voldoende, maar de zon stond zo laag dat hij er onderdoor scheen en er niets van de weg te zien was. Een goede zonnebril is dan best wel lekker. Toen we weer onder de boomgrens kwamen, kon hij weer af en het licht aan want in een dicht bos is het erg donker in Engeland.
Toen we weer op de A595 kwamen, zagen we de heuvel waar Broughton in Furness achter ligt al liggen en even later draaiden we de parkeerplaats van het hotel op. Net op tijd voor Startrek en het diner.


Pagina ontworpen door J.P.M. Middelink op 29-10-1998
Commentaar naar webmaster