Introduktie
|
inleiding
|
Dag 1
|
Enschede - York
|
Dag 2
|
York - Kirby Lonsdale
|
Dag 3
|
Kirby Lonsdale - Broughton-in-Furness
|
Dag 4
|
Lake district
|
Dag 5
|
Broughton-in-Furness - Carlisle
|
Dag 6
|
Carlisle - Leeming Bar
|
Dag 7
|
James Herriot Land
|
Dag 8
|
Leeming Bar - Rosedale Abbey
|
Dag 9
|
The Yorkshire Moors
|
Dag 10
|
Rosedale Abbey - Rotterdam
|
|
Peter:
Onderweg naar ...
's morgens weer lekker ontbeten met de bekende ingredienten.
Even met de hostess van het hotel overlegd en aan gegeven dat
we naar Keswick willen. Dat vond ze een goed idee, maar dan
moesten we ook Honister Pass eens proberen...
Wij dus vol goede moed op pad. En moed hebben we wel nodig
gehad die dag. Het begon al goed met de keuze van de A593. Er
zaten een paar mooie steile stukken in de weg, maar ook veel
mooie vergezichten. Via Torver en Ambleside naar de A591. Dat
schiet gelijk lekker op. Op de smalle weggetjes lijkt namelijk
zelfs 50 kilometer per uur erg snel.
Keswick
In Keswick aangekomen was het even zoeken naar een goede
parkeerplaats om de Teapottery te bekijken. Ik vond die zelfs
eerder dan de parkeerplaats, maar gelukkig was de parkeerplaats
er vlak naast. Dus: auto parkeren en naar binnen gaan. In de
pottery zelf waren drie mensen aan het werk. Eentje was potten
uit vormen aan het halen en twee andere waren de randjes
aan het afwerken. Ook maar even boven in de winkel kijken:
We keken onze ogen uit. De meest vreemde theepotten waren
hier te koop. Er was bijvoorbeeld een badkamerserie met een
cowboy in bad, een grote radiator, een toiletpot en het
laatste (1998) model: een bijna naakte vrouw in bad. Daarnaast
waren er verschillende soorten met meubelen en andere
gebruiksgoederen. We konden in het begin eigenlijk niet kiezen,
maar indachtig ons ontbijt hier en de lunches thuis kozen we
een kleine toaster.
Het was ondertussen weer lekker warm geworden, dus een
wandeling door het dorp was een goed idee. Ondanks dat Pauline
eigenlijk niet naar het potloodmuseum wou, kwamen we daar heel
toevallig wel bij uit. Tja, dat bepaalt onze vakantie toch vaak;
toevallige interessante plekjes en goed weer.
Hier in Keswick is trouwens ook het potlood uitgevonden. Dat
kwam goed tot uitdrukking in de getoonde geschiedenis. Nog steeds
is hier een van de grootste potloodfabrieken waar met dezelfde
kleurmengsels van 50 jaar geleden nog steeds diezelfde kleuren
en hardheden worden gemaakt.
Maar het werd weer tijd om naar de auto te gaan. De
parkeertijd was bijna om, maar er was nog genoeg tijd om
even een lekker ijsje te pakken. Zittend achterin de auto
hebben we hiervan genoten voor we terug zouden gaan naar
het hotel.
Honister Pass
Al is de weg door Honister Pass eigenlijk een grote U,
het zag er op de kaart in ieder geval goed uit. Maar in het
echt was het nog veel mooier. Via steile wegen (paden
eigenlijk) klommen we steeds hoger. Sommige stukken waren
tot 30% steil. Als je dan langzamer moet gaan of zelfs moet
stoppen voor een tegenligger is het lastig om weer op gang
te komen. Het is niet voor niets dat er aan het begin van
de weg staat "no caravans" en dat er dan een keerpunt is
voor "lafaards". Of natuurlijk voor de "moedigen" die
de hele route hebben gevolgd en weer terug willen.
Eigenlijk zijn de indrukken niet met woorden te beschrijven.
Wil je weten hoe het was: ga dan zelf.
We hebben vlak voor het hoogste punt een lunchpauze
ingelast om van het uitzicht en de rust te genieten.
Je hoorde alleen het zachte kabbelen van het beekje dat door
de "vlakte" stroomde. Tot we opgeschrikt werden door een
afschuwelijk lawaai. Vlak boven onze hoofden waren twee
straaljagers verschenen. Ze waren over de berg gekomen en
ze waren eerder niet te horen geweest. We hoorden ze daarna
nog wel 5 a 10 minuten terwijl ze verder vlogen over de lager
gelegen bergen en dalen.
Kort hierna gingen we weer verder en dus ook weer naar
beneden tot de afslag naar Loweswater waar we de smalle
route naar Lamplugh namen. Ook hier weer fantastische
uitzichten en veel tegenliggers. Gelukkig waren er weer
voldoende uitwijkplaatsen, maar de auto had niet veel
breder moeten zijn...
Toen we bij de A5086 aankwamen, stopten we even om het
vervolg van de route te bepalen. Bijna gelijk werd er
op de autoraam geklopt. Een aardige man wou vragen of
we verdwaald waren, maar toen we hem vertelden dat we dat
(nu) niet (meer) waren, omdat we de borden met het
wegnummer zagen. We vertelden wel waar ons hotel was
en hij raadde ons aan om niet de A-route te volgen,
maar de eerste weg links te nemen naar Ennerdale Bridge
en vlak daarna de "Cold Fell" (Koude berg, het plaatselijk
dialect bevat veel viking-woorden) te volgen richting
Calderbridge. We zouden hier zelfs nog een druide-cirkel
vinden. Die hebben we ook gevonden, maar ook weer heel
veel mooie vergezichten en afschrikwekkend veel tegenliggers.
Het leek er op dat dit een favoriete sluiproute is voor
forensen vanuit Sellafield. Maar we hebben de A595
zonder problemen gehaald.
Stoneside Hill
Via de A595 gingen we weer verder naar het zuiden.
Millom stond er op de borden, maar dat vonden we toch
wel een grote omweg. Zeker omdat ik van het vele remmen
en gasgeven krampverschijnselen begon te krijgen. Al
was het rijden op de A-weg wel lekker.
De keuze viel dit keer op de Stoneside Hill in de hoop
dat daar niet veel tegenliggers zouden zijn. Dat was
gelukkig niet het geval voor onze kleine kolone van
drie auto's. De eerste stopte op een gegeven moment
bij een leuke kleine brug en we gingen met z'n tweeen
verder. Ik als tweede, maar de voorligger reed hier
heel wat vaker, dat kon je aan zijn snelheid wel merken. In mijn
pogingen om hem bij te houden merkte ik dat de weg niet zo'n
mooie vlakke Nederlandse weg is. Af en toe leken de bochten
zelfs de verkeerde kant op te hellen! Ik heb het bijhouden dan maar
opgegeven en ben mijn eigen tempo aan gaan houden.
Nu hadden we eindelijk echt de zonnebrillen nodig. In
de meeste gevallen bleek tot nu de zonneklep voldoende,
maar de zon stond zo laag dat hij er onderdoor scheen
en er niets van de weg te zien was. Een goede zonnebril
is dan best wel lekker. Toen we weer onder de boomgrens
kwamen, kon hij weer af en het licht aan want in een
dicht bos is het erg donker in Engeland.
Toen we weer op de A595 kwamen, zagen we de heuvel waar
Broughton in Furness achter ligt al liggen en even later
draaiden we de parkeerplaats van het hotel op. Net op
tijd voor Startrek en het diner.
|